Kirina Van Impe

Kirina Van Impe - Voedingsadvies Paarden



' Because a healthy horse is a happy horse. '


Kirina Van Impe Equition Voedingsadvies voor paarden therapeuten Nutri
Kirina Van Impe Equition Voedingsadvies voor paarden therapeuten Nutri

Contactgegevens

+32 499 93 40 59 

Diploma's & certificaten:


BSc. Equine Sience

Master Equine Science

Over Kirina Van Impe...


Ik ben al van jongsaf aan gepassioneerd door paarden en wou dan ook graag van mijn passie mijn beroep maken. Daardoor heb ik een aantal jaar geleden de beslissing gemaakt om in Engeland te gaan studeren waar ik de richting Equine Science (paardenwetenschappen) heb gevolgd aan Hartpury College.


Tijdens deze opleiding hebben we een varieteit aan vakken gehad: anatomie, (sport)fysiologie, biomechanica, voortplanting, therapy en ook voeding. Mijn grootste interesse ging uit naar voeding voor paarden. Ik vond het enorm interessant om een case study te krijgen en zo een persoonlijk voedingsadvies plan op te stellen voor een paard. Ik heb dan ook mijn bachelorproef geschreven omtrent dit onderwerp, meer bepaald over de energielevels die sportpaarden consumeren door voeding iv.m. .de energielevels die ze nodig hebben afhankelijk van het type werk ze doen en de perceptie van de eigenaar hierop. Ik vond het enorm boeiend om deze resultaten te bekijken en zo werd het ook duidelijk voor mij dat eigenaars soms een vertekend beeld kunnen hebben van de behoeften van hun paard.


Nadat ik mijn Bachelor diploma Equine Science had behaald wou ik mezelf nog verder verdiepen en ben begonnen aan een Master diploma Equine Science aan de universiteit van Edinburgh. Hier heb ik mezelf dan toegelegd op het schrijven van een thesis rondom metabolische ziektes en of het voorkomen hiervan ras gebonden kan zijn. Graag wil ik daarom mijn kennis omtrent voeding gebruiken om eigenaars te helpen met hun paarden het correcte dieet voor te schotelen.


Ik blijf mezelf verdiepen in de wereld van paardenvoeding d.m.v. bijscholingen en zoek ook altijd het meest recente wetenschappelijke bewijs op of volg recente eplubiceerde studies om zo het best mogelijke advies te kunnen geven. Verder volg ik momenteel een cursus osteotherapie voor paarden maar tot ik de opleiding hiervoor heb afgerond zal ik hieromtrent geen behandelingen aanbieden.

Locatie

Paardenblog Kirina Van Impe

RISICO'S VAN BESCHIMMELD HOOI EN KRACHTVOER:


Iedereen die paarden moet voeren is er wel bekend mee. Je doet een baal hooi of een pak voordroog open en het is beschimmeld, er hangt een zure geur aan, voordroog heeft warme plekken in het pak enzovoort. Soms zelf krachtvoer kan beschimmeld worden. Dit wil je natuurlijk het liefste voorkomen. Het is niet alleen ongezond voor het paard, het is ook financieel niet interessant. Nu het weer natter word is het ook moelijker voor sommigen om hun ruwvoer op een goeie manier op te slaan. Dit is nochtans heel belangrijk aangezien vochtigheid het ruw- en krachtvoer kan gaan aantasten en zo een overdaad aan schimmels kan gaan produceren. Daarom kan het interessant zijn om de verschillende opties te bekijken en te bespreken waarom juist dit zo negatief kan zijn voor de paarden.


Schimmels en mycotoxines:
Allereerst is het belangrijk om te vermelden dat schimmels en mycotoxins veel voorkomend zijn in ingredienten die gebruikt worden voor voerproductie (gras, mais, bran,…), hoe goed de kwaliteit ook is. Mycotoxines zijn een secundair bijproduct die vanuit schimmels ontstaan. Er zijn meer dan 300 verschillende soorten schimmels en mycotoxines maar in paardenvoer word meestal de volgende stamen terug gevonden: Fusarium, Penicillium en Aspergillus. Schimmels en mycotoxins kunnen gevormd worden op het veld tijdens het oogsten, tijdens het fermenterings- of productieprocess of tijdens het opslaan van voer. Het is goed om te weten dat het type schimmel en mycotoxin dat voorkomt sterk afhangt van de temperatuur, vochtigheid en level van vochtigheid in het bepaalde voer. Daarom bekijken we de verschillende risico factoren omtrent hooi, voordroog en krachtvoer apart.


Hooi:
Allereerst is het belangrijk om te weten dat de nutritionele waarde van hooi in het droge stof gedeelte zit. Dus hoe hoger het droge stof gehalte in hooi, hoe beter want dan zullen de paarden meer voedingsstoffen binnen krijgen. Het is aan te raden om hooi te voeren met een droge stof gehalte van ongeveer 85%. Als je hooi in balen word gemaakt met een vochtigheids gehalte van meer dan 20% zal de kwaliteit snel afnemen tenzij dan er stappen ondernomen worden (die later worden besproken).

Verder is het aan te raden om rechthoekige balen te gebruiken in plaats van ronde aangezien tijdens het productieprocess van rechthoekige balen ongeveer 2-5% van het droge stof gehalte verloren gaat terwijl ronde balen 8-10% van het droge stof gehalte verliezen tijdens het productieprocess. 


Hooi bevat over het algemeen meer schimmels, mycotoxines komen hier minder in voor. Bij hooi is het wel opmerkzaam dat deze schimmels ook via de lucht kunnen verspreid worden als de balen worden open gemaakt, wat schadelijk kan zijn voor het paard maar ook voor mensen die in de stal rondlopen. Daarom is het belangrijk om hooi altijd op een koele maar voornamelijk droge plaats met weinig vochtigheid te gaan stockeren zodat deze schimmels zich niet gaan vermenigvuldigen.


Voordroog:

Voordroog heeft een hogere waterinhoud (lager droge stof gehalte) dan hooi dus hier moet sowieso al meer van gevoerd worden om dezelfde nutritionele waarde te gaan behalen. Voordroog is over het algemeen makkelijker om te bewaren doordat het grondig verpakt is maar van zodra deze verpakking aangetast is moet er opgelet worden. Het is algemeen aangetoond dat voordroog een hoger gehalte mycotoxins bevat door deze hogere vochtigheidsgraad. Verder is het ook bewezen dat voordroog dat warm word, zogenaamde ‘hot spots’, meer mycotoxins bevatten dan voordroog van een normale temperatuur. Daarom is het aangeraden om voordroog op een koele plaats te bewaren waar de temperatuur niet snel omhoog gaat.


Krachtvoer:
De prevalentie van schimmels en mycotoxins in krachtvoer is minder onderzocht. Dit gaat grotendeels afhangen van de gbruikte grondstoffen en het productieprocess dat hierop volgt. Verder word krachtvoer ook vaker op betere plaatsen bewaard dan ruwvoer waardoor schimmelvorming minder voorkomt. Het is echter wel belangrijk om de verpakking alsook het voer zelf volledig droog te houden om schimmelvorming te voorkomen. Het is ook interessant om op te merken dat er een relatie bestaat tussen de hoeveel schimmel en mycotoxins, hoe meer schimmel hoe meer mycotoxins. Het omgekeerde is echter niet waar. Zelf als er geen schimmelsporen duidelijk zijn in het voer, kunnen er nog steeds mycotoxins aanwezig zijn.

Negatieve gevolgen:
Er zijn talrijke gevolgen die kunnen komen van een overconsumptie van mycotoxins. Het meest voorkomende is dat het paard simpelweg minder of helemaal niet zal eten van het voer dat ‘besmet’ is, wat kan leiden tot energie- en gewichtverlies en zelf stereotiep gedrag doordat het paard geen bezigheid heeft in de stal. Verder zijn er de soortgebonden gevolgen. Zo is het algemeen bekend dat paarden die raaigras consumeren met een verhoogde hoeveelheid mycotoxins, neurologische symptomen vertonen zoals het hoofd schudden, gebrek aan coordinatie of zelf vallen. Paarden die een overdaad aan beschimmeld hooi produceren dat van zwenkgras afkomstig is kunnen problemen met reproductie vertonen zoals een verlengde zwangerschapsduur.


Andere symptomen afhankelijk van de soort kunnen leiden tot verlaagde immuniteit (de soort mycotoxin die hiertoe leidt word vaker in voordroog terug gevonden), koliek symptomen, leverschade of luchtwegproblemen zoals asthma of RAO. Deze resultaten komen echter uit studies waar de paarden werden gevoederd met ‘besmet’ ruw- en/of krachtvoer. Er is maar heel weinig geweten over de effecten van een langdurige, laagdrempelige besmetting. Met andere woorden, men weet niet wat de effecten zijn van paarden langdurig te voederen met voer dat maar een klein besmettings percentage vertoont, want zoals gezegd deze schimmels komen van nature in alle soorten voer/ grondstoffen voor en de manier waarop ze behandeld/ gestockeerd worden verhoogt het risico.


Mogelijke oplossingen:

Bepaalde processen tijdens het oogsten of productie kunnen al helpen met de hoeveelheid schadelijke stoffen te doen afnemen. Rotatie en irrigatie zijn twee manieren die bewezen zijn om schimmels en mycotoxins te verminderen. Soms worden ook bepaalde zuren toegeoegd aan voer omdat deze de productie van schimmels tegen gaan, voorbeelden hiervan zijn acetic zuur, proprionic zuur en sorbic zuur. Dit zijn natuurlijk maatregelen waar enkel de producent invloed op heeft. Als de ‘consument’ van het voer kan je ook ene paar stappen ondernemen om een teveel aan schimmels te voorkomen. 


Allereerst, zoals vermeld, stockeer je voer (voornamelijk hooi) altijd op een koel, goed geventileerde en voornamelijk droge plaats.

Indien er schimmelvorming is en het voer toch gebruikt dient te worden kan je het ruwvoer ofwel gaan weken ofwel gaan stomen. Weken van hooi is algemeen bekend en gebruikt maar er moet wel bij stil gestaan worden dat de meeste voedingsstoffen ook verwijderd worden hiermee. Voor paarden met hoefbevangenheid of andere metabolische problemen is dit gunstig maar voor sportpaarden en dergelijke is dit niet aan te raden. Verder is het van belang dat de emmers die hiervoor gebruikt worden, grondig worden schoongemaakt om een goede hygienische standard te behouden. Een andere optie is het stomen van hooi. Hiermee verwijder je de meeste schimmeldeeltjes terwijl je de nutritionele waarde van het hooi wel kunt behouden. Dit is algemeen aanvaard al seen meer hygienische en meer succesvolle optie.

Naar supplementatie toe word er voorgesteld om antioxidanten of aminozuren te gaan toedienen. Als we bijvoorbeeld naar luchtwegproblemen gaan kijken door het inhaleren van schimmel spoortjes kan een supplementatie van vitmaine E en C nuttig zijn. Deze vitamins komen als natuurlijke antioxidanten voor in de luchtwegen maar hun functie kan belemmerd worden door schade waardoor supplementatie aan te raden is. Vitamine C supplementatie word best toegediend onder de vorm van ascorbyl monofosfaat in plaats van L-ascorbic acid, aangezien het eerst vernoemde beter opgenomen word door het paard. Vitamine E en selenium worden algemeen gezien als de populairste antioxidanten en kunnen de schadelijke deeltjes, vrije radicalen, die celschade veroorzaken neutraliseren.

Bij eventueel besmet krachtvoer kan het aan te raden zijn om stoffen toe te voegen die de eigenschap hebben om mycotoxins te gaan binden. Deze zorgen voor verminderde absorptive in het spijsverteringsstelsel van het paard. Het is belangrijk om een stof te gebruiken die voldoende bindingsactiviteit bezit om de grote varieteit aan mycotoxines aan te pakken en de verschillende levels van zuurtegraad in het spijsverteringsstelsel te overleven. De enigste werkende stof voor paarden die hiervoor onderzocht is is een binder gebaseerd op gist. In combinatie met een antioxidant kan dit de klinische symptomen van besmetting onderdrukken maar het onderzoek hiernaar is redelijk beperkt.